Informatie

de geschiedenis

De Maine Coon behoort tot het oudste natuurlijke kattenras van Noord-Amerika. De eerste Maine Coon katten werden aangetroffen in en rond de staat Maine in het gebied New Engeland. Dit gebied bestaat uit de staten Maine, New Hampshire, Massachusetts, Rhode Island en Connecticut. Hier komt ook het eerste gedeelte van de naam vandaan, namelijk Maine.

Over het ontstaan van de Maine Coon zijn veel verschillende en interessante theorieën. Ondanks dat er in de 19e eeuw al Maine Coons rondliepen en het vroeger al een erkend ras was bestaat het ras Maine Coon officiëel pas weer sinds 1976 in de Verenigde Staten en sinds 1983 is het in Europa voor het eerst erkend. Vroeger, tot 1980, werden deze katten gewoon katten van Maine en Coon Cat genoemd. Onder druk van vele mensen in de VS en na veel werk door familie Gangster (cattery Scarborough) werd de naam veranderd in Maine Coon Cat.

Er zijn diverse theoriën over hoe de Maine coon ontstaan is, maar of het nu de Vikingen, Kapitein Coon, Marie Antoinette, zeelieden of de kolonisten waren, feit is dat er allerlei verschillende soorten katten van andere werelddelen naar Amerika gebracht zijn en zich daar vermengt hebben. Het meest voor de hand liggend is dan ook dat de Maine Coon ontstaan is uit kruisingen tussen de (half)langhaarkatten die later zijn meegebracht uit de andere werelddelen en zich vermengd hebben met de daar al inmiddels al levende (verwilderde) kortharige katten, die al veel eerder aan land gebracht waren. Het is dus goed mogelijk dat een combinatie de theorieën mede het ontstaan van de Maine Coon bepaald heeft.

het karakter

De Maine Coon is een allemansvriend: hij kan het prima vinden met andere katten en honden en hij went snel aan nieuwe huisgenootjes. De Maine Coon staat bekend om zijn grote aanpassingsvermogen. Hij is erg flexibel en is zowel binnenshuis als buitenshuis een tevreden kat. De Maine Coon heeft een uitermate vriendelijk karakter. Ze genieten van menselijke aandacht en knuffels maar zijn geen echte schootkatten. Ze vertoeven wel graag in de buurt van hun baasje. Hun humeur is over het algemeen vrije venwichtig en stabiel. De Maine Coon is een intelligent en nieuwsgierig dier. Die nieuwsgierigheid maakt zelfs water tot een gegeerd studieobject: de meeste Maine Coons zijn zelfs niet vies van een stevige regenbui. Nog een typische eigenschap van de Maine Coons is babbelen tegen hun eigenaar in hun aparte kattentaaltje. Het stemgeluid van dit kattenras is opmerkelijk zacht, zeker voor hun postuur. De meeste Maine Coon bezitters beweren dat als je eenmaal een Maine Coon in huis hebt gehaald, je niets anders meer wilt. Ze noemen dit grappend het ‘Coon-virus’.

uiterlijk en verzorging 

De Maine Coon behoort tot een van de grootste gedomesticeerde kattenrassen. Ze bezitten een halflangharige vacht met weinig ondervacht. De vacht heeft geen speciale verzorging nodig, één keer in de week de klitten er uit kammen is voldoende. De vacht is ‘waterafstotend’ door een vettig laagje, dit zorgt er voor dat de kat beschermd is tegen kou, regen en sneeuw, om die reden is het zelfs aangeraden je Maine Coon kat niet te wassen. De vachtpatronen kunnen effen, gemarmerd of gestreept zijn. De Maine Coon heeft hoge, gespierde poten en een volle lange staart. Die staart wordt in de kou gebruikt om zich warm te houden door er op te gaan liggen of rond zich te slaan als een warme sjaal. Zo worden de oren en poten warm gehouden. Daarom moet zijn staart minimaal dezelfde lengte hebben als zijn lijf. De oren zijn groot met pluisjes aan de uiteinden. De Maine Coon heeft meestal een mooie vachtkraag. Een poes weegt gemiddeld tussen de vier en zes kilo, een kater tussen de vijf en negen kilo. Dit maakt van de Maine Coon een grote zware kat in vergelijking met andere rassen.